Onvolmaakt
Bevrijd haar
beeld van al dat overbodig steen,
beitel voor ’t hoofd de schuine stand
tevoorschijn,
waag je voorzichtig aan de hals, duid
ruw alleen
de afgezakte schouders door een kromme
lijn,
hak schaduw,
krullen vormend om de schedel heen,
snij dieper naast die rimpel, volg de
pijn,
voeg norsheid toe, als frons, op het
voorhoofdsbeen,
vorm nu de trieste mond rijmend op
schouderlijn.
Je denkt dat ‘t
goed is? Och, de houding is wel
treffend,
het leven schreef met haar die
lichaamstaal
maar ‘k mis de ogen, die, twee
rimpelschelpen heffend,
de wereld tonen dat ze ’t door heeft
allemaal.
Dacht je de ogenmoeilijkheid maar aan te
passen,
door, interessantdoend, uit te gaan van
lege kassen?