17 februari. Prachtdag. De
droogmolen weer in gebruik genomen, dat is het zekerste
teken van mijn lentekriebels. Anderen hebben weer een
ander soort kriebels, zo hard mogelijk met je motor over
de bochtige smalle weggetjes scheuren. 60 km per uur
hier? 120, dat is pas spannend.
16februari. Ik sta nog in de
schaduw van de bosrand, maar aan de overkant van het
Hilgelo schijnt de zon al op bomen en riet. Het is stil,
maar twee zwanen komen aanvliegen en al van grote
afstand is het karakteristieke vlieggeluid dat hun
vleugels maken te horen. Het gras is bevroren, geeft net
een winters tintje.

Het is stil en toch ook weer niet.
Ik hoor even geen trein, auto of vliegtuig, maar de
natuur is wel goed wakker: de vogels hebben de lente in
het hoofd - en in hun lijf! Boven alles uit is het bijna
menselijk fluiten van de boomklever te horen.
Boomklever? meervoud, er zijn er al meer in
lentestemming, al heb ik nog geen mannetje met bloedrode
zijkanten gezien. Ze komen graag bij de vetbollen en de
pinda's en zijn dan goed te observeren.
De konijnen hebben de tulpen
ontdekt onder de eik, leuk joh, je kunt ze zo mooi recht
afbijten, net of ze bij de kapper zijn geweest! Nou mag
jij!

15 februari. Probeergangen
gekrabd, bozzeri'je, konijnenwerk. Een meter verder zijn
van sneeuwklokjes knoppen afgetrokken.

De witte puntjes op de grond
zijn die afgebeten knoppen. Sommige met steeltje eraan.
Konijnen? vogels?
14 februari. De laatste dagen weinig beleefd buiten, maar
net zag ik de tweede eekhoorn met een kluwen
nestmateriaal uit de border komen, de wei oversteken,
over het dak van de schoppe naar de acacia bij de beek
rennen, de beek oversteken en door de bomen het bos in
gaan. We hebben ooit een struik aangepoot met mini rose
bloempjes. Hij staat inmiddels overgroeid door een
hazelaar, een budleia en ander wild groeiend spul. 's
Zomers zie je hem nauwelijks, maar nu wel. De lichte
plekken waar repen bast van de takken afgescheurd zijn, vallen nogal op. Het is
tamelijk donker weer, maar nu ga ik toch een foto maken,
even geduld, ben zo terug.
Zo, daar ben ik weer. Wel gelijk gezien dat de
konijnen aan het bòzzen zijn geweest. Ken je dat woord?
Het is Saksisch en betekent: overal even wroeten, even
wat plat stampen en lekker vernielen en dan doei! Weg
wezen.

11 februari. Het begon tijdens ons ommetje zacht en
druilerig te regenen, alles leek grijs en bruin. Ik wil
kleur zien, rood, geel, oranje! Als het niet buiten kan,
dan maar binnen. We eten 2x in de week vis en van deze
schoonheden maakte ik op net zo'n grauwe dag in januari
een foto. Au, wat vloekt dat oranje bij het engelsrood
van de pagina. Even een blauwe overgang maken.
10 februari. Hoera, de enige vrij loslopende kip van
Nederland heeft een ei gelegd. Luid getok en gekakel
vanonder de jasmijn. Dat was gistermorgen en nu net om 8
uur schoot ze weer onder de struik. Het is er zo'n
dichte warboel van lage takken, dat we plat op de buik
eronder zouden moeten kruipen om te kijken of het een
bruin of een wit ei geworden is. Lamaar. 8 uur?
Precies om 8 uur komt de zon op. Zou daar verband tussen
zitten? Als ik een ei leg, komt de zon op?
9 februari. Op de
lattenbank achter het huis was een vetbol blijven liggen
en een pimpelmees had dat meteen in de gaten en zat er
bovenop te smullen. Niet lang, een koolmees vond dat ook
wel een mooi stevig eetplekje en verjoeg de pimpelmees.
Die was meteen weer terug en dook op de koolmees. Dat
ging een peer keer zo door, tot de pimpelmees iets
anders bedacht: hij verdween onder de bank en kon lekker
via de spleet bij de bol komen. Zolang hij
daar bleef werd hij door de koolmees gedoogd of was het
net andersom?
8 februari.
Koud!!! Het is bijna -4gr, met mist en n.o.
wind. De kikkerpoel in de boswei houdt het ook voor
gezien, niets beweegt onder het ijslaagje. 'Ha,
eindelijk wintertje', zegt de enige tegenkomer.